Westerse Agressie en Oorlogsmisdrijven:
Wat te Doen?

Moeder en kind

Een Juridische Strategie

Als u dit nummer van Procesnieuws onder ogen krijgt, is het oorlogsgeweld tegen Irak wellicht in al zijn afschuwelijkheid al losgebarsten. De kans is immers groot dat het smalle pad langs het ravijn is doodgelopen. Amerika wil niets liever dan dat dit pad doodloopt.

Oorlog en massa-actie

We kunnen niet anders dan ons verzet zo breed en massief mogelijk te maken om het onheil af te wenden, maar mocht dat toch niet lukken, dan heeft het verzet van miljoenen mensen over de hele wereld, gemobiliseerd en manifest gemaakt in allerlei vormen van actie, toch effect gehad. De stem van miljoenen heeft zijn vertaling gevonden in de opstelling van veel regeringen. De oorlog is daardoor in elk geval vertraagd en de arrogantie van de agressors is daardoor aan het licht gebracht. Dat biedt perspectieven voor verder verzet.

Baghdad, October 26, 2002

Baghdad, October 26, 2002, The Iraq Peace Team, a collection of anti-war international activists coordinated by the Chicago-based Voices in the Wilderness, holds a candlelight vigil outside the offices of the U.S. Interests Section in the Polish Embassy in Baghdad, Iraq. The vigil was organized in solidarity with anti-war demonstrators marching in Washington D.C. and other cities across the United States. The eight Americans currently in Baghdad with Iraq Peace Team violate a U.S. law, which restricts American citizens from traveling to Iraq. If prosecuted, they may face penalties of up to 10 years in prison and fines of $1 million.
Credit: Thorne Anderson/Corbis Sygma

Het internationale recht

De oorlog tegen Irak, op het moment van schrijven van dit artikel nog een zwarte dreiging, maar wanneer u dit leest wellicht barre werkelijkheid, roept uitroeptekens en vraagtekens op. Uitroeptekens bij het menselijk leed en vraagtekens over de gevolgen, maar ook over het internationale recht.

Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog kwam de volkerengemeenschap tot de plechtige eed: 'dat nooit weer!', tot uitdrukking gebracht in het Handvest van de Verenigde Naties. De 'gesel van de oorlog', zoals het Handvest zegt, werd voor altijd in de ban gedaan. Het voeren van oorlog, sinds onheuglijke tijden een soort natuurrecht, werd verboden. Op twee uitzonderingen na, namelijk, zelfverdediging tegen een gewapende aanval, en ter bescherming van vrede en veiligheid als die in gevaar is, maar daarover kreeg de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de exclusieve beslissingsbevoegdheid.

  1. Het op eigen houtje toepassen van militair geweld van een staat jegens een andere staat werd daarmee buiten de wet gesteld. Dat is het geweldsverbod.
  2. Initiatief tot oorlog jegens een andere staat is gekwalificeerd als agressie, althans, wanneer die oorlog niet de ondubbelzinnige instemming heeft van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Agressie is sinds de Tweede Wereldoorlog, uitdrukkelijk verboden. Dat is het agressieverbod.

Meer dan een halve eeuw is het agressieverbod onomstreden geweest. Geen mens, geen staat heeft het bestaansrecht daarvan openlijk durven aantasten. Ook niet de staten die dat probeerden te omzeilen, zoals in Vietnam, Angola, Afghanistan en op talloze andere plaatsen waarbij tientallen miljoenen doden zijn gevallen na de Tweede Wereldoorlog en sinds de oprichting van de Verenigde Naties. De oorlogen waarvan de twintigste eeuw - de bloedigste eeuw in de geschiedenis - na de Tweede Wereldoorlog getuige was, werden meestal niet gevoerd als interstatelijke oorlogen. Daarop waren maar maar een beperkt aantal uitzonderingen. Die oorlogen werden 'verkocht' als 'militaire hulp op verzoek van een gevestigde en wettige regering' of als 'legitiem militair optreden tegen binnenlandse opstanden'. Allemaal niet in strijd met het Handvest dus. Deze bloedige en smerige oorlogen heeft het nieuwe volkenrecht dus niet kunnen voorkomen.

Oorlogsmisdaden en misdaden tegen de vrede

Het geweldsverbod en het agressieverbod vormen dus onderdeel van het internationale recht. Schendingen van het humanitair oorlogsrecht worden gekwalificeerd als oorlogsmisdrijven en schending van het agressieverbod is een misdrijf tegen de vrede. Zij worden beschouwd als de ergst denkbare misdrijven en zij kennen geen verjaringstermijn. Niet alleen door de Tribunalen van Neurenberg en Tokio zijn na de Tweede Wereldoorlog zware straffen uitgedeeld, ook hedendaagse tribunalen als het Joegoslavië Tribunaal en het Rwanda Tribunaal vervolgen die misdrijven en het nieuwe Internationale Strafhof is daarvoor ook bedoeld. Bovendien hebben de meeste staten hun eigen wetgeving hebben waarin zware sancties staan op misdrijven tegen het oorlogsrecht. Het Tribunaal van Neurenberg omschreef agressie als: "...niet zomaar een internationaal misdrijf; het is het opperste internationale misdrijf, dat alleen hierin zich van andere oorlogsmisdrijven onderscheidt, doordat het in zich omvat het verzamelde kwaad van alles te samen." Agressie geldt dus, sinds de processen van Neurenberg, uitdrukkelijk als 'de moeder van alle oorlogsmisdrijven'.

Veel politici vinden het internationale recht iets waarmee je alle kanten op kan, dat het zwak is en op de keper beschouwd irrelevant. Kortom het internationale recht is volgens hen tandeloos. Elk internationale recht leidt aan hetzelfde euvel, namelijk, dat er geen autoriteit is die handhaving wereldwijd kan afdwingen, maar dat maakt de categorie van het internationale recht inzake oorlog en vrede en het humanitair oorlogsrecht, nog niet tandeloos. Voor schending van het agressieverbod en voor oorlogsmisdrijven zijn na de Tweede Wereldoorlog hoge Japanse en Duitse functionarissen opgehangen. Iets waarvoor je de strop om je nek kan voelen, kan je onmogelijk als tandeloos afdoen!

Omzeiling van het agressieverbod

Het ziet er niet naar uit dat het agressieverbod de oorlog tegen Irak zal tegenhouden. Openlijk het agressieverbod negeren durven Amerika, Groot-Brittannië en een satellietlandje als Nederland niet, maar hoe zij dit agressieverbod willen omzeilen, is al op voorhand duidelijk. Zij zeggen gewoon: “met resolutie 1441, waarin Irak met 'ernstige gevolgen' wordt bedreigd in geval Saddam Hoessein onvoldoende meewerkt, zet de Veiligheidsraad het licht op groen voor de toepassing van militair geweld”. Dat is natuurlijk niet zo, iedereen weet dat. De machtigen der aarde voorzien zich enkel van een pseudo-legitimatie waardoor hun agressie geen agressie zou zijn.

We zien hier de geschiedenis zich in slechts luttele jaren herhalen. Aan de vooravond van de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië in 1999 werd dezelfde truc uitgehaald. Ook toen was er sprake van een Veiligheidsraadresolutie die Joegoslavië met 'ernstige gevolgen' dreigde als 'Milosevic' niet zou inbinden. Maar er is ééén groot verschil. Toen liet een groot deel van de westerse bevolking zich misleiden en slikte de NAVO-propaganda. Dit is nu bepaald niet het geval. Niettemin is de schade die toen is toegebracht aan het agressieverbod enorm geweest. De wereld, de internationale vredesbeweging, maar vooral ook het Irakese volk, plukken daar nu de wrange vruchten van. Agressieverbod is geen agressieverbod meer als daarop inbreuken worden gemaakt. Dan keren we terug naar de wetten van de jungle, naar het recht van de sterkste in plaats van de sterkte van het recht. Daarom is in Procesnieuws vanaf het begin stelling genomen tegen de oorlog tegen Joegoslavië.

De oorlog van de NAVO-landen tegen Joegoslavië was om meer redenen een verbijsterend. Niet alleen werd schending van het agressieverbod door de overgrote meerderheid van de westerse bevolking voor zoete koek genomen, ook tegen westerse oorlogsmisdrijven werd geen actie ondernomen. Aangiften door juristen bij openbare aanklagers in de NAVO-landen namens de slachtoffers of hun nabestaanden van door de westerse alliantie gepleegde schending van het agressieverbod en hun oorlogsmisdrijven werden gewoon van tafel geveegd. Datzelfde gebeurde ook door de aanklager bij het Joegoslavië Tribunaal, omdat deze feiten niet bewezen zouden zijn, of omdat er hier van agressie geen sprake was, aangezien het bij de oorlog tegen Joegoslavië om een humanitaire interventie zou gaan, die het agressieverbod zogenaamd terzijde zou stellen. Opnieuw zien we hier dat van het recht niet veel dreigt over te blijven, als de macht de confrontatie aangaat met het recht.

Sieger Justiz

De overwinnaars gaan vrijuit - de verliezers worden vervolgd; hier dus Serviërs, Milosevic, etc. en niet de overwinaars, de NAVO-verantwoordelijken voor hun bombardement op de studio van de Radio en Televisie in Belgrado (RTS), het gebruik van clusterbommen en van wapens met verarmd uranium. Precies als na de Tweede Wereldoorlog toen de geallieerde oorlogsmisdrijven - denk bijvoorbeeld aan het gebruik van de atoomwapens tegen Hiroshima en Nagasaki en het vernietigingsbombardement op Dresden - ook niet vervolgd werden.

Omdat het onverdraaglijk is dat anno 2000, het oorlogsrecht nog steeds alleen 'Sieger Justiz' is en de NAVO-leiders nog steeds kunnen wegkomen met hun misdaden aangezien de bestaande strafrechtfora hen weigeren te vervolgen, werd naar andere juridische middelen gezocht om schending van het agressieverbod en hun andere oorlogsmisdrijven aan te klagen. Door een aantal organisaties, waaronder de Vereniging van Juristen voor de Vrede, werd daarom opgericht de Permanente Commissie inzake westerse oorlogsmisdrijven (PC).

De PC stelt zich ten doel om zowel de slachtoffers van westerse oorlogsmisdaden als de daders hiervan een gezicht te geven en ze in de rechtszaal met elkaar te confronteren, om zo het beginsel van Neurenberg hoog te houden, dat misdrijven tegen de vrede en oorlogsmisdrijven niet begaan worden door abstracte entiteiten als 'de staat', maar door mensen van vlees en bloed, aanwijsbaar en identificeerbaar.

De PC heeft voor de Nederlandse rechter al een aantal processen gevoerd waarvoor politici als Kok, Van Aartsen en de Grave en hoge militairen als Kroon en Droste gedagvaard werden door Joegoslavische slachtoffers of hun nabestaanden met als eis dat Nederland zijn deelname aan de agressieoorlog zou stoppen en schadevergoeding betalen. Een aantal van deze processen zijn ook in hogere instantie gevoerd voor het Gerechtshof in Amsterdam en de Hoge Raad.

De Joegoslavische eisers zijn er in deze processen niet in geslaagd om de Nederlandse deelname aan de NAVO-oorlog tegen hun land het hoofd te bieden, maar twee dingen zijn wel duidelijk geworden.

  1. Dergelijke processen zijn een probaat middel om de verantwoordelijke politici duidelijk te maken dat zij zich niet achter de anonieme Staat kunnen verschuilen; dat zij voor de rechter en tegenover hun slachtoffers persoonlijk rekenschap en verantwoording zullen moeten afleggen voor hun inbreuken op het internationale recht inzake gewapende conflicten.
  2. Dat een Veiligheidsraadresolutie, die niet uitdrukkelijk tot geweld machtigt, geen legitimatie is om ten oorlog te gaan, zoals de resolutie van 1999, die als smoes diende voor de oorlog tegen Joegoslavië, en de resolutie die nu moet dienen als vrijbrief voor de oorlog tegen Irak. Dat is uitdrukkelijk uitgesproken door het Amsterdamse Gerechtshof in de zaak-Dedovic.

Tot veroordeling van de Nederlandse politici Kok, Van Aartsen en de Grave is het in die zaak op het nippertje niet gekomen, omdat het Hof niet wilde uitsluiten dat de oorlog tegen Joegoslavië ook gerechtvaardigd zou kunnen worden als humanitaire interventie. Maar van een dergelijk argument kan hier geen sprake zijn. Zodat het hier in elk geval, voor iedereen klip en klaar, gaat om een schaamteloze schending van het agressie-verbod.. Inmiddels is het proces tot schadevergoeding van de slachtoffers van het NAVO-bombardement op de Radio- en Televisiestudio (RTS) in Belgrado tegen 15 Nederlandse (ex-)politici, alsmede tegen een aantal Nederlandse militairen en de Staat der Nederlanden, in gang gezet. De media weigeren collectief als bij afspraak hierover ook maar iets te melden. Ons daarvan iets aantrekken doen we niet.

Kort geding

Eind februari, toen de oorlogsdreiging tegen Irak al een acuut stadium had bereikt, organiseerde de PC voor de rechtbank van Amsterdam een kort geding van 17 inwoners van Bagdad en andere steden in Irak tegen Bos, Balkenende en de Nederlandse Staat waarin van elk van hen geëist werd maximale inspanningen te doen Nederland buiten de oorlog tegen Irak te houden; en voorts dat Nederlandse regering de Amerikaanse en Britse regeringen dient te waarschuwen dat zij, in geval van een agressieoorlog tegen Irak, het risico lopen om voor het Internationale Strafhof te worden gebracht. Op de laatste dag van februari 2003 wees de rechter de eis van de Irakese burgers af met als argument, dat het nog te vroeg zou zijn voor een rechterlijk oordeel hierover. De bal zou volgens de rechter nog alle kanten uit kunnen rollen. Als de oorlog daadwerkelijk uitbreekt zal dat kort geding dus door dezelfde Irakese eisers voor dezelfde rechtbank herhaald worden. Misschien heeft op het moment van verschijnen van deze Procesnieuws dit nieuwe kort geding al plaatsgevonden. Maar hoe deze zaak ook afloopt, alle Nederlandse politici in regering en Tweede Kamer wordt daarmee duidelijk gemaakt dat zij volgens de normen van Neurenberg, het Joegoslavië Tribunaal en het Internationaal Strafhof, persoonlijk verantwoordelijk zijn voor alle gevolgen die voortvloeien uit Nederlandse steun aan een onrechtmatige oorlog tegen Irak, voorzover zij aan deze Nederlandse steun het groene licht geven, en dat zij daarmee medeaansprakelijk zijn voor alle schade aan de slachtoffers.

Wanneer Nederland aan een oorlog tegen Irak steun verleent zonder Veiligheidsraadresolutie, die ondubbelzinnig tot gebruik van geweld machtigt, zal de PC ook, net als in het RTS-proces, Nederlandse politiek verantwoordelijken voor de Nederlandse rechter confronteren met Irakese slachtoffers van oorlogsmisdaden. De Nederlandse politici zijn hiervan uitdrukkelijk in kennis gesteld. Of zij daarvan onder de indruk zijn, is minder belangrijk. Belangrijk is dat zij dit weten.

Help mee!

Vindt u ook, dat Nederlandse steunverlening aan westerse agressie en oorlogsmisdrijven niet ongestraft mag blijven, dat de Nederlandse mededaders en hun slachtoffers een gezicht moet worden gegeven en dat zij in de rechtzaal tegenover elkaar moeten worden gebracht, steun dan de PC want dergelijke processen kosten veel geld, hoe goedkoop we ze ook proberen uit te voeren. Zonder u gaat het niet.

Uw bijdrage op giro 972992 van Stichting Steunfonds Juridische Hulp te Zeist onder vermelding van 'Processen Irak'.

Nico Steijnen